3 mei 2017, woensdag.
4 mei 2017 - Airmadidi, Indonesië
Om vier uur staan we op. De avond ervoor hebben we de meeste bagage al ingepakt. Op de één of andere manier geeft ons het opbreken uit deze omgeving nieuw élan. Alles loopt gesmeerd, de taxi arriveert precies op tijd en om vijf uur rijden we door de vrijwel verlaten straten van Surabaya. Veel hebben we van deze stad niet gezien, maar dat geeft niet. We hebben een paar dagen op bed gelegen met de nodige ongemakken en willen dit zo gauw mogelijk achterlaten. Op Juanda, de luchthaven van Surabaya is het druk. We moeten wachten, het is verschrikkelijk warm, maar stukje voor stukje schuiven we richting Gate 3 vanwaar we zullen vertrekken. En na een half uur vertraging kiezen we het luchtruim en nemen afscheid van Java. Twee uur later landen we in Manado. Wat direct opvalt is de efficiënte manier waarop alles verloopt. Het ziet er keurig en schoon uit. Buiten worden we opgewacht door Jemy die de transfer naar de Tangkoko Lodge bij Bitung verzorgt. De straten van Manado ogen schoner dan die op Java. Het verkeer rijdt rustiger en minder chaotisch. Dit is de Minahasa waar de bevolking overwegend christelijk is. Veel kerken, minder verkeer, ja, toch ook af en toe een kuil in de weg, zelfs fleurige voortuintjes. Wat ook opvalt is de andersoortige vegetatie. Heel veel palmen hier: klapperbomen. Het oogt allemaal vriendelijker, zelfs parkachtig want de meeste bomen staan in plantages. We rijden richting Bitung. Naast ons glijdt de vulkaan Klabat mee door het groene landschap. Het wordt bergachtiger en we slingeren met onze auto door een zee van palm- en bananenbomen. Hier zien we ook gewone loofbomen. Uiteindelijk belanden we bij de Tangkoko Lodge. Op zich ziet alles er leuk uit. Een heel eenvoudig simpel onderkomen. Basic. Eén lichtpunt in het midden van het plafond dat direct allerlei insecten aantrekt. Een badkamer met een open rooster zodat als je een lampje aandoet de hele insecten bevolking van de omliggende jungle wordt uitgenodigd. Afijn in eerste instantie schikken we ons. Al na 1,5 uur worden we opgewacht door de parkranger om het spookdiertje te zoeken. Een diertje dat alleen in deze regio vertoeft. We moeten ons helemaal inpakken en met Deet insmeren en gaan op pad. Na een uur wandelen staan we met twintig Japanners te tureluren naar een boom waarin twee kleine beestje zitten. We komen ook nog apen tegen maar die weten inmiddels wel waar ze zijn moeten. Bij de afvalbakken van de toeristen. Terug op de Lodge, zeiknat van het zweet, ziet Marjolein bij binnenkomst een gigantisch groot insect in de kamer zitten. Dit belooft een onrustig nachtje te worden...
Durfde Marjolein nog te gaan slapen, ik zeker niet, ha ha!
Leuk verslag.
Manado op de kaart opgezocht, fijn verblijf daar. Groetjes Ger en Esther
Ps pootje en koppie van Japie